maandag 23 juni 2025

De grote afdaling

Camp de Cartaud - Passage du Versoud - Saint-Gervais - Vinay
Ma 23 - 26 km - 350 m+ - 1600 m-

Het doel van de dag was de Passage du Versoud. Dit avontuurlijke pad was me getipt tijdens een gesprekje met een gedreven Vercors-wandelaar tijdens mijn vorige trip in de Vercors. Het loopt langs de hoogste waterval van de Vercors en bestaat al heeeel lang. 

Ik leef me wat in in de geschiedenis van dit pad. Op het plateau, bij de Ferme de Fessole zie ik het eerste aanknopingspunt : drie grote zwarte ellipsen aan de bosrand, die getuigen van het keiharde werk van de kolenbranders in de 18e eeuw. Zij hakten om de 20 à 30 jaar een deel van het bos om, maakten er grote met zand afgesloten hopen van en zetten al dat hout om tot houtskool. Die werd in de vallei in enorme hoeveelheden verbruikt in de koninklijke kanonnen-gieterij. De bomen groeiden terug op hun oude stronken en de cyclus kon herbeginnen.

De paar mensen die nu nog de Passage du Versoud nemen, klimmen die omhoog. Als dagwandeling of omdat ze canyoning doen en de waterval willen afdalen. Ik volg de historische manier : afdalen met een pittige rugzak op de schouders.

De start van het pad is bij een fraaie kapel. Dan volgt meteen het zwaarste stuk, een lange afdaling door een smal couloir. Halfweg dit couloir is er twijfel : verder naar beneden of langs rechts, dat ziet er ook logisch uit... Ik kies toch voor links. Na een uitgebreide pauze. Het bleek juist, vrij snel zie ik de sporen : een wit putje in de kalk door de punt van een wandelstok, twee afgebleekte verfstippen op een boom.

Dan volgt het kruisen van de Versoud-beek, vlak onder de waterval. Geen overdonderend geweld : dit blijft de Vercors waar rivieren vooral discreet ondergronds blijven. En moeilijk te observeren : het water lijkt recht uit de zon naar omlaag te stromen. 

Een stuk lager wordt het pad bruut onderbroken door een piste van houthakkers. Een welkome pauze bij de Versoud die hier een fraaie Japanse tuin creërt. Even mentaal ontspannen na die ononderbroken concentratie. 
Daarna terug het oeroude pad op. Droger, warmer, met de geur van die typische struikjes die hier wild groeien en bij ons op oude kerkhoven, met het lawaai van hommels en krekels. 
Diep respect voor de kolenbranders die die trip over dit lastig pad tientallen keren per seizoen deden, wellicht met twee keer meer gewicht op de rug dan ik.

In Saint-Gervais wil ik de snelbus nemen. Dat bleek niet te lukken : de bus is beperkt tot 2 per dag voor pendelaars. Ik begrijp er niets van.
Dan maar een alternatief : het pad langs de Isère rivier was een schitterend extraatje. Wat een wild pad. Met een stuk bamboebos, een paar doorwadingen, een paar omgewaaide bomen... 


Pas later vind ik de verklaring voor het ontbreken van een bus : in de zomer van vorig jaar is de hele kalksteenwand boven een steengroeve onstabiel geworden en in één keer naar omlaag gegleden. Ongeveer 1 miljoen ton rots en grond op de grote baan. Met de boodschap dat het wellicht vele jaren zal duren voor die hoofdweg weer open gaat. Voor Saint-Gervais en een paar andere dorpen een zware strop : voor werk, school enz. richten ze zich op Grenoble en dat is nu alleen bereikbaar met lange omwegen. 

Sequel of Prequel ?

Autrans - Pas de la Clé - Camp 3 "Camp de Cartaud"
Zo 22 - 16 km - 850 m+

Deze morgen nemen we afscheid na een 5 sterren ontbijt. Alles wat je kon indenken, stond op tafel. 
Dankjewel Paul die eergisteren al naar huis terugkeerde, dankjewel Flor, Stien, Hilde en Sam die vroeg vertrokken en dankjewel Katrien, Karolien en Bert die de camping van Ferme Rony nog wat langer eer aandeden. Jullie waren een eersteklas gezelschap. Bedankt voor de fijne woorden van waardering. 

Ik blijf nog twee dagen. Een vervolg dus. Ja, maar door het thema van mijn bivakplek ook een extra aflevering, vooraf, bij mijn allereerste Vercors doorsteek. 

De bus dropt me in een lawaaierig en druk Autrans. De aankomst van een trailrunwedstrijd. Met af en toe een sprint om nog één of twee plaatsen op te schuiven in de eindstand. 

Er is niet echt een logisch en aangenaam pad, dus volg ik de asfaltweg richting Refuge de Gève tot de alternatieven zich aandienen. Een heel eind verder zijn die er plots met tientallen : de erfenis van de langlaufnummers op de Olympische Spelen van ergens in de vorige eeuw, toen er nog genoeg sneeuw viel op 1200 à 1300 m hoogte.

Eigenlijk wel aangenaam stappen in de koele bossen. 

Na een flinke watertapbeurt in Refuge de Gève klim ik naar Pas de la Clé. Ik blijf verder de noordrand van de Vercors volgen. Met af en toe een mooi uitzichtpunt op de Isère en op de brede vlakte van de Rhônevallei. En zowaar de Mont Blanc in de verte.

Eerst wilde ik blijven slapen op de Bec de l'Orient. Een enorme onweerswolk - blijkbaar een warmte-onweder ontstaan in het Centraal Massief - deed me toch van gedachten veranderen. Het avond-theetje was in Camp 3. Dat is een min of meer correcte reconstructie van de hut van 1943 waar een dertigtal ondergedoken jongemannen zich trainden voor het verzet, de Résistance. Nauwelijks voorstelbaar dat deze kleine barak gebruikt werd door 30 man. Het is er tochtig en er is niks van isolatie of kachel. In de winter van 1944 is de groep dan ook verhuisd naar de Refuge de Gève. Bij de bloedige gevechten in juli 1944 speelden ze geen rol ; hoe zouden ze ook met drie geweren en twee pistolen. De groep viel toen uit elkaar en dook opnieuw enkele weken onder tot bij de bevrijding in september 1944.

Bizar om dit te vertellen nu de entourage van King Donald richting fascime opschuift en de sluimerende conflicten in het middenoosten oppookt tot iets wat een derde wereldoorlog kan worden.