Op het tweede deel van de tocht volgen we de klifrand. Daar valt altijd minder sneeuw (of juister, veel van de sneeuw die daar valt, wordt snel weer meegenomen door de wind) en lopen we dus op de rotsen of in het gras. Het uitzicht is minder scherp dan gisteren, maar het blijft genieten.
Over de middag hebben we eindelijk ons eerste contact met grote beesten: een vijftal gieren vlogen over. Meestal maken we met onze raquettes veel te veel lawaai op de korstige voorjaarssneeuw om reeën en gemzen en zo te kunnen betrappen (de sporen zien we wel).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten