dinsdag 18 juni 2019

Trektochten in de Vercors Praktisch

Wat is de Vercors.


De Vercors is een bergplateau dat lichtjes afhelt naar het westen en langs zo goed als alle kanten begrensd door impressionante verticale kalkrotswanden.
Aan de westkant, bij Vasieux, La Chapelle, Presles, Plateau d'Ambel, ... ligt het plateau op zo'n 1000 m hoog en wordt het gebruikt voor landbouw. De klifrand wordt er doorsneden met diepe gorges.
Aan de oostkant en naar het zuiden stijgt het plateau naar 1600 à 1800 m en is het één van de meest ongerepte natuurgebieden van Frankrijk. De klifrand van de Vercors vormt in het oosten één lange keten van toppen van 2000 m hoog en naar het zuiden enkele canyons die qua diepte vergelijkbaar zijn met de Grand Canyon in de VS.

Traditioneel bedoelt men met "de Vercors" enkel het plateau. Op dit moment ziet men het vaak iets ruimer en laat men de dorpen aan de voet van de klifrand ook meetellen.

La Grande Traversée du Vercors volgens Bert 

Ik doorkruiste met twee trekkings beide delen van de Vercors.

In de Winter bleef ik grotendeels in de Centrale Vercors. Met St-Nizier, Valchevrière, Herbouilly, La Chappelle, Vassieux, de Col de l'Aiguille kwam ik ook op de plekken waar het drama van de opstand van de het verzet in juni 1944 nog zichtbaar aanwezig was. Ik had er lange gesprekken met twee locals voor wie deze periode, via de herinneringen van hun ouders of grootvader, nog heel erg tastbaar en erg emotioneel geladen was. Deze "lage" variant passeert iedere avond bij een hotelletje of een gîte d'étape.

In de Lente bleef ik zoveel mogelijk op de Hauts Plateaux. Een intense natuurbeleving. Dat impliceert overnachtingen in kleine niet bewaakte bivakhutjes - klassieke berghutten zijn er niet.

Er is ook een offiële GTV "Grande Traverseé du Vercors. Die heeft de ambitie om de hele Vercors te voet te doorkruisen. Ik vond ze doorgaans niet avontuurlijk genoeg. De website heeft wel veel interessante informatie. 

Ideaal seizoen. 

De Vercors is ideaal voor een wintertrekking, in die zin dat het vrij gemakkelijk is om routes uit te zetten zonder lawinerisico. Dit wil niet zeggen dat er geen lawines voorkomen in dit gebied (integendeel). Maar er zijn mogelijkheden genoeg op de vlakkere plateau's of op brede kammen. Het grootste risico zijn de zinkgaten (Scialet) en de onvoorspelbare kloven op naakte stukken kalksteen (Lapiaz) die onzichtbaar onder een sneeuwbrugje kunnen liggen. Een zone in de buurt van Col de Rousset is afgesloten in de winter als rustgebied voor de Tetra Lyre.

De lente (half mei tot half juni, een beetje afhankelijk van jaar tot jaar) is ideaal voor een klassieke trektocht. Alles staat in bloei en als er nog wat sneeuw ligt, is die doorgaans vergelijkbaar met wat je in de zomer tegenkomt in het hooggebergte. Alle bronnen geven maximaal water en het water is niet gecontamineerd met uitwerpselen van de schapen (wat wel het geval is vanaf eind juni). Opgelet met de lange weekends : dit zijn de drukste weekends van het jaar en de best gelegen bivakhutten (Jasse du Play, Chaumailloux, Pré Peyret, ...) zijn dan overvol. Wil je toch met Hemelvaart of Pinksteren door de Vercors trekken, kies dan voor kamperen. Wij kozen voor de week tussen Hemelvaart en Pinksteren en dat was een perfecte keuze.

Bereikbaarheid

Noordkant : TGV-station naar Grenoble, dan bus 5110 of bus 5130 naar St-Nizier of Lans-en-Vercors. Deze kant is zeer goed ontsloten en erg populair bij dagjesmensen uit Grenoble.
Zuidkant : TGV-station Valence en lokale trein naar Die of bus 28 vanuit Valence Ville naar Die of Chatillon-en-Diois. Verder de bergen in : liften en blijkbaar is er ook een soort belbus.

La Grande Traversée - Version Résistance 1944

Dag 1 : St-Nizier - Lans en Vercors

Basisetappe zonder extra's : 16 km 950 m+ 910 m-
Start bij het kerkhofje van St-Nizier (bushalte van lijn 5110). Hier was de eerste schermutseling tussen het Verzet en een Duitse patrouille. Het Verzet was in die eerste dagen van juni 1944 nog hopeloos romantisch: hun eerste actie was het ophangen van een uitdagend grote Tricolore vlag op de Trois Pucelles. Die drievoudige rotspiek blijft het eerste half uur van de wandeling nadrukkelijk in beeld.
De GR9 / GR91 is de meest logische route, via het centrum van St-Nizier (bakker, winkeltje), de Moucherotte (1901) en de lange afdaling tot Col de Furon ; massa's varianten mogelijk. De Auberge des Allières zat vol dus daalde ik verder naar een B&B. Het was een "just B" ; de eigenaar reed even om naar de supermarkt zodat ik zelf het nodige bijeen kon kopen voor een luxe avondeten en ontbijt, klaargemaakt in de keuken van de eigenaar. Hij bleek een documentaire gemaakt te hebben van de meer menselijke kant van de 6 weken in juni en juli 1944 dat de Vercors bevrijd gebied was. Zeer interessant.
In de winter : St-Nizier tot de top : informele cohabitation van skiers en raquetteurs. Vanaf de Moucherotte tot het skistation : verplicht apart pad voor raquetteurs. Naar Allières : opnieuw cohabitation. 
Extra's : à volonté. Ik koos voor omwegjes langs de kam ten zuiden van de Moucherotte en de Habert des Ramées.

Dag 2 : Lans-en-Vercors - Plateau d'Herbouilly

Basisetappe zonder extra's : 20 km 700 m+ 500 m-
Ik probeerde in de winter de GR verder te volgen via de Sentier Gobert, maar dat was te technisch en te gevaarlijk. De basisetappe lag er deels sneeuwvrij bij, via goed gemarkeerde paden naar Villard (veel winkels) en Bois Barbu. De hoofdweg langs Le Barbu was in juli 1944 de frontlijn waar zwaar is gevochten ; een kruisweg brengt dit nadrukkelijk in beeld. Na Bois Barbu kiezen we opnieuw niet voor de GR maar voor lokale gemarkeerde paden langs Valchevrière en Ferme D'Herbouilly. Beide waren commandposten in 1944 ; de hoeves werden in brand gestoken als represaille en daarna nooit heropgebouwd en zijn nu een monument.
Overnachting in Auberge de Roybon.
Extra's : keuze genoeg. Ik koos iets te ambitieus voor de Sentier Gobert maar zelfs na 2 weken stabiel zonnig weer waren er noordwaarts gerichte stukjes die er veel te gevaarlijk bijlagen. Betere varianten zijn wellicht om enkele van de raquettepaden vanuit Bois Barbu te nemen of om H/T het uitzichtspunt van Brèche de Chalimont er bij te nemen. 

Ruïne van de Ferme d'Herbouilly als monument.

Dag 3 : Herbouilly - Corrençon - Herbouilly

Basisetappe : 13 km 400 m+ 400 m-
Heen langs de Pas de l'Ane en Fleur de Roi, terug langs Col de Sambue. Massa's mogelijkheden om te variëren. Opgelet : in de winter is er een strikte scheiding tussen raquetteurs en skiërs dus niet alle paden zijn beschikbaar maar er zijn meer dan genoeg paden waarvan een deel speciaal geprepareerd en bewegwijzerd voor raquettes. De websites van de "espace nordique" van Herbouilly en van Correncon geven aan welke paden exclusief voor langlaufen gereserveerd zijn. 

Dag 4 : Herbouilly - Plaine de Darbounouse - La Chapelle

Basisetappe : 16 km 500 m+ 800 m-
Heerlijke boswandeling in de eerste helft. Niet bewegwijzerd, maar er zijn mogelijkheden genoeg om op Darbounouse te komen. Afdaling langs Pot de la Gelinotte en Chabotte, klim langs de Combe Freydière en een ommetje langs de kasteelruïnes.
Het verhaal van de geprepareerde pistes deemstert hier langzaam weg, als winterwandelaar moet je zelf je route zoeken. Of, in de vallei, de raquettes op de rugzak binden, want onder de 1200 m ben je tegenwoordig niet meer zeker van sneeuw.
In La Chapelle bezoek ik het eenvoudige maar erg pakkende monument op de binnenkoer waar in op 21 juli alle mannen van 18 tot 40 jaar 's nachts doodgeschoten werden door de Duitsers, terwijl alle hoeves in brand gestoken werden of geplunderd. Deels een botte represaille, deels ingegeven door de militaire logica om alle hulpbronnen volledig weg te nemen zodat er nooit opnieuw een verzetsleger kon gevormd worden dat zonder externe steun kon blijven bestaan.
Overnachting in Hotel des Sports. Supermarkt.

Dag 5 : La Chapelle - Vassieux

Twee opties om bij de Mémorial de la Résistance te komen op de Col de la Chau :
De GR volgen via Col de Carri en Serre Plumé. De basisetape wordt dan 16 km 900 m+ 750 m-
Die kozen we niet : te weinig sneeuw en het zou zonde zijn om bij het prachtige weer de uitzichten op Font d'Urle te missen.
Een taxi vragen om je naar Font d'Urle te brengen. Dan via Pas de l'Inferet - Porte d'Urle en Puy de la Gagère naar Col de la Chau. De basisetappe wordt dan 14 km 400 m+ 700m- Je loopt er de hele tijd op de zuidrand van de Vercors, met uitzichten tot op de Ventoux bij mooi weer. Indrukwekkend.
Het museum van het Verzet zit toepasselijk in een ondergronds gebouw. Erg pakkend, zeker 1.5 à 2 uur voor uittrekken. Vassieux is de sleutelplek van de hele verzetsperiode. Eind 1943 was er een vage overeenkomst tussen het nog embrionale verzet in de Vercors en de vrije Fransen in Londen en in Algiers om de Vercors te gebruiken als een soort bruggenhoofd waar met vliegtuigen troepen en zwaar materieel zouden worden aangevlogen. Dit vliegveld zou in Vassieux komen. Een dergelijk bruggenhoofd was zinvol bij een invasie in het zuiden van Frankrijk. Het codewoord was "Le Chamois des Alpes bondit". Dit werd op 6 juni gelanceerd vanuit Londen, dus samen met de invasie in Normandië. Operation Anvil, de invasie van Zuid-Frankrijk, zou eerst hier mee samenvallen, maar is uiteindelijk, als Operation Dragoon, pas gelanceerd op 15 Augustus. Slechte communicatie gevolgd door een pijnlijke vergissing van het hoofdkwartier ? Een bewuste zet van "Algiers" om de voornamelijk communistisch geïnspireerde verzetstgroepen van de Vercors op te offeren ? Domweg overal chaos om zo de aandacht maximaal af te leiden van Normandië ? Het museum houdt het bij de vragen, een antwoord is er niet. De pas aangelegde airstrip is uiteindelijk één van de routes waarlangs de Duitse overmacht op 21 juli het plateau van de Vercors binnenwalst. Vassieux wordt net als La Chapelle volledig platgebrand als represaille.
Overnachting op de plaine de Vassieux, in de Ranch Pow Grayon. Heerlijk onvervalste country & western ervaring. Winkeltje in Vassieux. 
Mémorial de la Résistance, Vassieux

Dag 6  : Vassieux - Col de Rousset

Basisetappe : 17 km 550m+ 450m-
Bosrijk en rustig stijgend langs de GR de Pays tot Col de Vassieux (schuilhut), dan avontuurlijker langs de klifrand met prachtig uitzicht langs But d'Aiguillette en Col de Chironne, dan rustig afdalend tot op de oude muilezelroute (opnieuw GR) langs de eigenlijke Col de Rousset.
In dit kleine skistation zijn enkele hotelletjes waar je als wandelaar ook welkom bent.


Dag 7 : Col de Rousset - Pas de l'Aiguille

Basisetappe : 15 km 800 m+ 450m- zonder téléphérique, 12.5 km 550 m+ 450 m- met
Bij de start is er het probleem hoe je Col de Rousset verlaat zonder op de alpijnse skipistes te komen. Ofwel neem je het liftje naar 1500 m hoogte en moet je vanaf daar alleen een paar pistes dwarsen, ofwel neem je het pad naar de eigenlijke Col de Rousset en volg je zo goed mogelijk de kamlijn. Tot Pré Peyret (schuilhut) ligt de route vervolgens vast nl. de GR. Daarna kan je naar hartelust jezelf uitleven met kaart en kompas want het gaat wegloos naar de Pas de l'Aiguille.
Op de pas ligt het kleinste oorlogskerkhof van Frankrijk. Er waren eerst 8 graven (nu nog 4), verzetslui die hier gestorven zijn in één van de meest onwaarschijnlijke episodes van de slag om de Vercors. Op 21 juli worden de 27 verzetslui die deze pas bewaken klemgezet in een grot door een Duitse eenheid met bergervaring, die eenvoudigweg omheen de eigenlijke pas is geklommen. Ze overleven zonder eten en drinken drie dagen in een kleine grot. Op de nacht van 24 juli kunnen ze dank zij dichte mist ontsnappen. Uiteindelijk zijn er 8 doden, deels gewonden die kiezen voor zelfmoord, deels mensen die bij de gevechten of bij de ontsnapping omkomen of opgepakt en gedood worden. De anderen ontsnappen.
Overnachting in de Bergerie de Chaumailloux (vooraf de sleutel regelen, goed ingerichte onbewaakte hut) of in de Cabanne de Chaumailloux (schuilhut).

Oorlogskerkhofje van Pas de l'Aiguille

Dag 8 : Pas de l'Aiguille - Vallon de Combau

Basisetappe : 9 km 350 m+ 600 m- 1 km en 150 m+/- extra met de obligate Tête de Chevalière.
Eenvoudige uitloopetappe langs een evident pad dat de valleibodem volgt en langzaam verandert in een piste en vervolgens een verharde weg. 
Wij namen hier de taxi naar Die.
Wil je er een dagtocht van maken, neem dan het colletje door het bos naar Les Nonnières.

La Grande Traversée - Versie "buiten de klassieke paden"

Dag 1 : Abbaye de Valcroissant - Pré Peyret of Pison : balcon de Glandasse

De klassieke versie volgt de de hele tijd het pad dat een 200 m onder de rotsen in de flank onder het Glandasseplateau loopt. Basisetappe : 18 km 1200 m+ 250 m-
In tegenstelling tot veel balcon-wegen loop je het grootste deel van de tijd in de bossen en bij dit schitterende weer wilden we wat uitzicht. En Pré Peyret is zonder meer de meest bezochte bivakhut van de Vercors en we wilden rust en privacy dus keken we ook uit naar een alternatief.
Dus kozen we voor : Valcroissant - Col de Menil - Col des Bachassons - Plautret - Pison - Baraque de Pison. Het pad op de Col de Bachassons is niet gemarkeerd, maar wel erg duidelijk. Voor de Plautret kan je zonder problemen padloos een paar meter van de klifrand af wandelen. Deze variant is 16 km 1450 m+ 550m-
Overnachting : Baraque du Pison of Cabane de Pré Peyret 
Bronnen : onderweg : Fontaine des Bachassons (normaal OK), Fontaine de Vire-Sac (zeer weinig water) bij de bivakhut : Fontaine de l'Ours (zeer weinig water) of Fontaine des Endettes (beetje water).

Dag 2 : Pré Peyret of Pison - Bénevise

De klassieke versie volgt gewoon de GR 93. Dat komt neer op 13.5 km 550m+ 1200m-
In deze Canyon is "buiten de klassieke paden" direct veel erg spectaculaird en technisch. Wij hielden het bij de Vire de Sambardou (T4) ; dat komt neer op 2.5 km en ca. 100 m-/+ extra. De grote uitdaging is de oriëntatie. De juiste richel inslaan, dat valt mee : de richel loopt grotendeels horizontaal. De start ook : dat is bij de grote steenman bij punt 1561, waar de GR zijn steile afdaling begint. Het lastigste was de uitgang. Er loopt een behoorlijk pad vanuit de "Pas de Sambardou" een stukje ten zuiden van punt 1669 op de kaart maar er zijn geen wegwijzers.
Reken voor de 4 km van de eigenlijke vire de Sambardou minstens 2 uur : niet alleen omdat het erg technisch is : het is zo spectaculair dat het zonde is als je niet de tijd neemt om de omgeving uitgebreid te bekijken.
Wij willen de Gite d'étape van Bénevise warm aanbevelen ; volgens ons beter gelegen en veel betere service dan de goede oude Refuge d'Archiane. Bronnen onderweg : in Archiane (bron en terras) en in Bénevise.

Dag 3 : Bénevise - Croix de Lautaret - Chaumailloux

Basisetappe : 14 km 1200 m+ 670 m-
Een extraatje langs de Tête de Chevalière of la Montagnette liggen voor de hand. Dat is dan 1 à 2 km en een 150 m+ extra afh. van de gekozen variant.
Bénevise verlaten lang het pad door oude akkertjes dat even boven Bénevise afbuigt van de GR in plaats van langs de jeepweg. Die akkertjes zijn verlaten lavendelveldjes - her en der staat nog verwilderde lavendel. Na de paar huisjes van Tussac verandert de jeepweg in een breed grasspoor dat erg prettig wandelt tot in Combe de Rancou. Daar gaat het resoluut padloos tussen de verspreide bomen naar de Croix de Lautaret en vervolgens la Montagnette of la Chevalière. Bij helder weer is de orientatie erg gemakkelijk. Bij mist kan je maar beter een GPS meehebben of buitengewoon goed overweg kunnen met kaart en kompas.
Op het einde van de etape is er geen keuze - het gemarkeerde pad van de Pas de Chevrière is de enige logische weg naar Chaumailloux. Chaumailloux ligt op een soort van tussenplateau dat de moeite is om even te verkennen. Er is een overdaad aan bronnen en fris gras dat in juni (vóór de komst van de schapenkuddes) blijkbaar onweerstaanbaar is voor steenbokken.
Overnachting in Cabane de Chaumailloux (schuilhut) of Bergerie de Chaumailloux (onbewaakte ingerichte hut, vooraf sleutel ophalen). Meerdere bronnen in de buurt. Onderweg geen water.

Dag 4 : Chaumailloux - Jasse du Play

Basisetappe :18 km 1100 m+ 1100 m-
De grote massa volgt het pad -/+ pal west naar Pré Peyret en volgt daarna de GR91 naar Jasse du Play. Niets voor ons. De variante "ongebruikelijke paden" neemt onmiddelijk na het colletje boven de Cabane een kronkelend pad noordwaarts door de kalksteenchaos dat vaak alleen met de steenmannetjes herkenbaar is, naar Peyre Rouge. Zo'n 150 m ten oosten van het onverwacht grote huis voor de herders is een kruispunt, en daar kan je opnieuw -/+ noordwaarts verder de helling op, richting Plaine de la Queyrie. Vanaf daar kom je op het klassieke pad naar de Col de Bachassons en vervolgens de Grand Veymont.   
De klim vanuit deze kant is steil en fysiek zwaar maar niet lastig. De afdaling naar Pas de la Ville is een stuk technischer. De paden kan je niet missen : de Grand Veymont is één van de drukst bezochte punten in de omgeving.
Overnachting in Jasse du Play (schuilhut). Dichtste bron : Fontaine du Play op 1.3 km ; deze bron heeft de naam een van de betrouwbaarste van de Vercors te zijn.
Bronnen onderweg : Col de Bachassons, Fontaine de la Chau.

Dag 5 : Jasse du Play - Pré Achard : Balcon Est

Basisetappe : 19 km 700 m+ 800 m-
Tijd voor iets nieuws : de fameuze Balcon Est of Sentier du Périmetre. Een pad dat zoveel mogelijk tussen de boomgrens en de voet van de rotswand blijft langs de oostkant van de Vercors. De boomgrens is er niet omwille van de grote hoogte, maar wel omwille van een combinatie van gebrek aan water en van lawines ; dat zegt genoeg over de steilte van het terrein.
Ook hier waren we het grootste deel van de dag alleen. Dit is wellicht omdat er in veel couloirs nog plakken harde lawinesneeuw ligt. Het pad is perfect gemarkeerd ; er zijn regelmatig bordjes dat dit pad niet aangeraden wordt bij sneeuw. Ook het eerste stukje nl. de oversteek van de Col de Bérrièves.
Overnachting in Refuge La Soldanelle : een klassieke berghut gerund door een Belgisch koppel.
Bronnen onderweg : er zijn er twee, allebei erg tricky gelegen in zeer steil terrein een paar tientallen m onder het pad : Fontaine de Berrièves, Fontaine des Sarrazins.

Dag 6 : Pré Achard - Lans en Vercors

Onze keuze : 26 km 1300 m+ 1600 m-
Hier was het lastig kiezen tussen de vele ongebruikelijke paden. We waren blij met de bruikbare tips van de uitbater van de Refuge de Soldanelle.
De Col des Deux Soeurs (2054) viel af want er lag nog een enorm sneeuwveld dat doorliep tot op de passage met kabel waar je een paar meter moet rotsklimmen (II). We hielden het dus bij de Pas de L'Oeuille. Ook daar lag nog een gigantische corniche, maar die konden we langs links (Z) passeren. Langs de Sentier de Peronne kwamen we bij de Col Vert.
Daar hebben we lang staan twijfelen of we de fameuze Sentier des deux Cols (T4) zouden nemen. Zonder de extreme rukwinden van die dag hadden we het wellicht gedaan : een schitterend pad hoog boven Grenoble met schitterend uitzicht op de Belledonne en de Mont Blanc. We hebben er uiteindelijk een klein stuk van gedaan en de Roc Cornafion meegepikt. 
De meest logische overnachting is de Auberge des Allières maar (voor de tweede keer!) die was terug volgeboekt. Niet onlogisch met het lange pinksterweekend in het vooruitzicht. We vielen terug op een "Just B" en een omweg naar de supermarkt van Villard zodat we zelf konden koken.

Dag 7 : Lans en Vercors - Moucherotte - St-Nizier

Dit is gewoon de eerste etappe van de wintereditie maar omgekeerd. Die kozen we omwille van de uitzichten en de speciale variant op het einde door de Vallée des Forges. Met die erbij wordt het : 19 km 1050 m+ 1100 m-

Was ik alleen geweest, dan zou het misschien geworden zijn...

Lans en Vercors - Plateau du Sornin - Engins

Basisetappe 20 km 850 m+ 1200 m-
Een lange geleidelijke klim door bossen brengt je op de Alpage de la Molliere. Afhankelijk van het moment pak je het pad over de kam van de Charande (1709) of langs de Alpage (gîte d'étape). Een grote lus over het plateau du Sornin en het uitzichtpunt van Dent du Loup zijn een afscheid van de Hauts Plateaux, voor de afdaling naar Engins. Even onder dit dorpje eindigt de etappe en neem je de bus naar Grenoble. 



zaterdag 8 juni 2019

Hoog boven de metropool

Lans en Vercors naar Saint-Nizier over de Moucherotte. Onze B&B ligt nog iets voor Lans. Na veel wikken en wegen kiezen we om de kaalslag en het asfalt van het skistation van Lans te kruisen langs de GR. Brede boswegen, niet direct de mooiste natuurbeleving, maar het gaat wel snel vooruit.
Zodra we de pistes voorbij zijn zoeken we het informele pad langs de klifrand. Een vrij lastig pad, dat wel, maar het uitzicht en de eenzaamheid maken dat meer dan goed. Grenoble ligt als een groot ronkende beest aan onze voeten, de maagdelijk witte pieken van de Belledonne en de Mont Blanc blinken aan de horizon.
De Moucherotte is een favoriete wandeling - erg druk. Babbels met passerende trekkers hadden we vandaag niet. Zelfs de gewone bonjour wordt naar stadsgewoonte vaak weggelaten.
Wij willen onze wandelweek in stijl eindigen. Een heel mooie variant langs de kloof van Vallée des Forges, een bospad in het Possebou-bos en de oude tramlijn brengen ons naar Saint Nizier. We bewonderen de Trois Pucelles - een iconische rotspiek voor Grenoble - van alle kanten.

In Grenoble merk ik dat het opnieuw inpassen in het complexe hectische gedoe van de stad me erg lastig valt. Blijkbaar was ik niet lang genoeg weg om een reserve aan innerlijke rust op te bouwen. 

Vallée des Forges

vrijdag 7 juni 2019

De langste dag

7 juni. Het nieuws sijpelt hier nogal traag binnen dus de 75ste verjaardag van de landing op 06/06 was aan ons voorbijgegaan. Het was gewoon een dag waarop we van 8 tot 19h30 onderweg waren, veel langer dan gewoonlijk en veel langer dan nodig voor de etappe van Refuge le Soldanelle naar Lans en Vercors.
We vingen aan met de Pas de l'Oeille. Opnieuw zo'n vindingrijke passage die enkele verborgen richels en couloirs aaneenrijgt waardoor het toch mogelijk is om bovenop die schijnbaar ononderbroken rotswand te komen. De wind is vreselijk. Vlak onder de col zitten we minuten te wachten tot de loeiharde wind even afneemt.
We blijven dicht bij de kam, en steken door naar de Col Vert. Ook hier struikelen we bijna over de steenbokken.
Op de Col Vert merken we dat de wind is afgezwakt en durven we zowaar aan Plan A++ te denken: le Sentier des 2 Cols of de Roc Cornafion. Het wordt het tweede. Een smal en superluchtig pad dat lijkt te zweven boven de vallei van Grenoble brengt ons naar een rotspiek waarvan je vanop afstand denkt dat dit puur alpinisme is.
De afdaling gaat naar Villard de Lans. Na 5 dagen zien we terug dingen zoals een auto, een supermarkt, terrassen, ... Snel inkopen en wegwezen. De laatste 5 km naar ons slaapadres lopen langs oude veldwegen en muilezeltrails, door de weilanden tussen Lans en Villard. Dat is ook Vercors.






Roc Cornafion

donderdag 6 juni 2019

Meanderen in de mist

Jasse du Play was de laatste stop op het plateau. Vandaag is het tijd voor een ander aspect van de Vercors : de Balcon Est. Dit pad loopt onder de immense rotsmuur die tientallen km lang het plateau aan de oostzijde begrenst. We volgen het tot aan de Refuge de Soldanelle. Die hut ligt op een schitterende plek, met uitzicht op Alpen en Vercors.
Dat uitzicht kwam er maar de late namiddag. Het grootste deel van de dag zaten we in een mistbubbel. Terwijl het pad elk ravijn in en uit kronkelde en nu eens daalde, dan weer steeg, kregen we steeds nieuwe landschapjes voor de voeten. Sneeuwcouloirs, weitjes vol narcissen, oranje, grijs en blauw puin, vochtige oerwoudachtige bosjes... En alles 45 graden gekanteld.
Het optrekken van de mist was een magisch moment. Mist werd in 15 intense minuten veranderd in enkele sierlijke toefjes op de rotsmuur boven ons of tussen de dennenheuvels er tegenover.
's Avonds zijn we voor het eerst in dagen weer in een hut, met aangenaam gezelschap. Grandioos uitzicht, maar te koud om buiten te genieten. Vooral door de wind. Volgens de eigenaars van de Refuge de Soldanelle (Belgen uit regio Arlon) zitten ze in een trekgat : regelrechte storm als het elders in de vallei een stevig briesje is.
Vandaag konden we de laatste van onze persoonlijke Vercors-big 5 list afstrepen. 's Morgens was de omgeving van de hut vol met de "roucoulements" van Korhoenders (Tetra-Lyre). In de loop van de dag kwamen daar nog close encounters met marmotten, steenbokken en gemzen bij. Gieren zagen we niet, maar we hoorden twee gierennesten (enfin de kreet van de uitgehonderde kuikens).  





woensdag 5 juni 2019

Mont Ventoux

Etappe van Chaumailloux naar Jasse du Play over de Grand Veymont.
We starten terug met een weinig gekend stuk van de Vercors. Deze keer niet padloos zoals gisteren, gelukkig kunnen we paadjes volgen door deze kalkstenen chaos. Daarna volgt de groene bloemenvlakte van de Plaine de la Queyrie, een soort centrale slenk die het plateau van de Vercors diagonaal doorsnijdt.
Het hoofddoel van de dag komt dichterbij. Maar zodra we in de buurt van de kam komen is het een en al rukwinden.  Even overleg en ja hoor. We worstelen ons haarspeld na haarspeld omhoog tegen de wind op een eenzame berg die uitstijgt boven de pijnbossen, samen met vele anderen die dezelfde uitdaging aangingen... Kortom, alle clichés van de Mont Ventoux - de windberg. Niet met de fiets - te voet. 
De Alpen blijven perfect zichtbaar. De massiefjes vooraan ken ik niet:  Belledonne, Taillefer, Dévoluy... Misschien iets voor een volgende trektocht. Daarachter de bekende silhouetten van de drie Aiguilles d'Arve en de Barre des Écrins.
Na de afdaling tot in de pijnbossen volgt de zoektocht naar water. In de Vercors zijn er maar hier en daar bronnen en als je andere langeafstandwandelaars kruist is dat een van de vaste onderwerpen. We vullen dus alles bij in de bron van La Chau en stellen dan vast dat de huisbron van onze hut toch werkt, ondanks hardnekkige geruchten langs het pad van het tegendeel.
Enfin, huisbron... De luxe van gisteren werd niet geëvenaard, dat kon ook niet. De Jasse du Play hut ligt in een kom uit de wind, middenin marmottengebied. Water halen is een klus van een halfuur. We eten terug buiten, met de blik op de Veymont die langzaam oranje kleurt en op het bloemetjesknabbelen en stoeien van de marmotten.
Enkele van de miljoenen Vlierorchissen op het plateau.
Plaine de la Queyrie
Grand Veymont vanop de Col des Bachassons
Vanop de Veymont neerkijken op de Mont Aiguille. Er ligt nog een metershoge corniche.
Steenbokvrouwtje dat nog wat zwakjes is na de winter.
's Avonds kijken we urenlang naar de spelende en etende marmotten

dinsdag 4 juni 2019

Stilte

Vanuit Benevise trokken we in min of meer rechte lijn naar Chaumailloux. Na de klim tot de herdershut van Tussac ligt er amper een pad en al helemaal geen wegwijzers. We vielen van het ene aah in het andere ooh moment: weilandjes vol orchideeën, het uitzicht op de canyon van Archiane waar we gisteren waren, de besneeuwde toppen van de Alpen, ... De enige wegwijzers waren bakens die herders een eeuw of twee geleden hadden achtergelaten. Een topkruis, enkel reusachtige steentorens, schuilhuisjes uit gestapelde stenen die "borie" genoemd worden.
De Vallei van Bénevise tijdens de klim naar Tussac.
Terugkijken naar de Grand Canyon en de Vire de Sambardou gisteren en de Glandasse eergisteren.
Hauts Plateaux op hun mooist.
Borie. Je kan er met 2 à 3 mensen gehurkt in schuilen. Minimalisme ten top.

Eens we het klassieke GR-pad bereikten kwamen we andere groepjes tegen. Dagstappers of mensen die een tent meenamen. Gelijk hadden ze, de Tête de Chevalliere is een machtig uitzichtspunt op de Alpen ver weg en de twee sterren van de Vercors - Mont Aiguille en Grand Veymont - vlakbij.



's Avonds worden we verwend. De Cabane de Chaumailloux is recent vernieuwd, er zitten twee kuddes steenbokken vlakbij, het is bijna windstil zodat we buiten kunnen eten, plaats zat. Het is de eerste keer dat ik zoveel steenbokken kon zien (vijftig a zestig) terwijl ze rustig hun ding doen. Grazen, af en toe een schijngevecht en wat rotsacrobatiek bij de kudde pubers, wat liggen herkauwen, eens goed tegen een dennenboom wrijven om die plukken wintervacht kwijt te raken, wat later ook oefengevechtjes bij de kudde mannetjes...
Twee iconen : de steekbokken en de Mont Aiquille.
40-tal volwassen mannetjes.
Interieur van de vernieuwde Cabanne de Chaumailloux

maandag 3 juni 2019

Sambardou

Na een nacht op het plateau in Cabane de Pison keren we terug naar de hitte en het comfort van de vallei nl. de Gîte de Benevise. We starten gewoon op de GR. De plateau van de Vercors is heerlijk stil en bezaaid met voorjaarsbloemen. De plateau is een enorm gebied op 1700 tot 1900 m hoog en een lappendeken van weitjes, bosjes, heuvelkammen, kalkwandjes, grote gaten in de grond...

Dan wijken we af. In plaats van de kortste weg nemen we een spectaculair pad dat halfweg in wand van de canyon blijft : de Vire de Sambardou. Enfin, pad... Het gaat om een route die eerst bij jagers en later bij een specifiek wandelpubliek gekend is. Heerlijke uitzichten. Luchtig, érg luchtig. En erg goed opletten met oriëntatie en om nergens een voet verkeerd te zetten.
We sukkelen wat met de oriëntatie tijdens de afdaling. Blijkbaar liepen we zo'n halve km lang op een gemzenspoor parallel met het juiste pad zonder dat we dat konden zien. Een stukje terugkeren en een woeste doorsteek door puin en steil bos losten ons probleem op.

In de afdaling pikken we de GR terug op. Net voor Archiane komen voor het eerst die dag andere wandelaars tegen. Een koppel dat we al leerden kennen de eerste avond in Valcroissant. Zij doen rustiger paden langs de zuidkant van de Vercors. We babbelen nog wat bij op het terras van Archiane.

De barman en 's avonds de eigenaars van de Gîte de Benevise maken snel duidelijk dat in deze streek "lokaal" en "bio" de norm zijn. De Diois is de "capitale de l'organique". Peter kreeg de wind van voor toen hij een Cola bestelde. Ik hield het bij een diabolo menthe met muntsiroop van de streek. Die mocht ik zelf mixen met gratis water dat de barman uit de dorpsbron ging halen. Zalige dorstlesser! Die lokale producten zijn puur en superlekker en niet duurder. Uiteraard.


zondag 2 juni 2019

Supervogels

Schitterende etappe, van de Abdij van Valcroissant naar de Cabane de Pison.
Vanuit de abdij lijkt de rotswand van de Glandasse een ontoegankelijke wand van 15 a 20 km breed. Toch zijn er hier en daar passages door die wand. Die waren zo cruciaal voor de herders vroeger dat men dergelijke passages een naam gaf, en niet de Col (in de zin van doorgang tussen twee bergen).
We kiezen voor de Pas de Bachassons omhoog en de Pas de Pison omlaag. De eerste is een ongelofelijk pad dat met een ruime S-bocht twee brede richels volgt. De tweede een verborgen valleitje.
Tussen beide in: de Plautret. Wat een uitzichtsberg! We waren echt blij dat we die erbij hebben genomen. We bleven blijven er zo'n uur genieten van het uitzicht, van de statige Vale Gieren die hier de beste thermiek vinden en van de luchtacrobaten van Gierzwaluwen die voorbijzoeven terwijl ze insecten uit de lucht plukken.
Na deze heerlijke etappe is de Cabane de Pison een beetje een anticlimax. Alles is er wel hoor. Maar de waterbron is zo langzaam dat een wasbeurt er niet inzit, de houtzaag is stuk, de slaapzolder afgesloten (er is een slaaphoek beneden)... Na even teleurgesteld te zijn besluiten we om toch hier te blijven en niet naar de Pré Peyret door te steken. En uiteraard viel het mee. We hadden de hele hut voor onszelf en konden in alle rust experimenteren wat de beste manieren zijn om met elk één kom en samen één koker ons droogvoer in lekker eten en drinken te veranderen.
Purperorchis
Bijschrift toevoegen
Alpenanemoon

Halfweg de S-bocht van de Pas des Bachassons
De Hauts Plateaux vanop de Plautret